Nieuwe ontslagreden
Er waren 8 ontslagredenen, zoals bedrijfseconomisch ontslag, disfunctioneren en frequent ziekteverzuim. Met de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is er in 2020 eentje bijgekomen: de cumulatiegrond. Op basis van deze cumulatiegrond kan een werkgever verschillende ontslagredenen combineren, bijvoorbeeld frequent ziekteverzuim en verstoorde arbeidsverhouding. De gronden bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid kunnen echter niet met elkaar of een andere ontslagreden worden gecombineerd.
Op basis van de cumulatiereden kan de ontslagreden andere omstandigheden ook gecombineerd met andere ontslaggronden. Hierdoor krijgt de cumulatiegrond een behoorlijk ruim bereik waardoor het makkelijker wordt om een arbeidscontract door de rechter te laten ontbinden. Wel is er een grote kans dat een werknemer naast de gewone transitievergoeding ook recht heeft op een extra vergoeding ter hoogte van de helft van de transitievergoeding. Deze extra vergoeding geldt als extra compensatie omdat zijn ontslag gebaseerd is op meerdere ontslaggronden die allen op zichzelf niet, maar bij elkaar opgeteld wel het ontslag rechtvaardigen. Tot slot kan de rechter nog een billijke vergoeding toekennen.
Lagere ontslagvergoeding, maar eerder van toepassing
Ontslag wordt voor werkgevers niet alleen makkelijker maar ook goedkoper omdat de berekening van de transitievergoeding wijzigt waardoor de transitievergoeding sinds 2020 lager uitvalt. Een werknemer heeft wel sneller recht op deze transitievergoeding. Nu heeft een werknemer pas recht hierop na minimaal 2 jaar dienstverband. Sinds 1 januari 2020 bestaat dat recht vanaf de eerste werkdag en ook bij ontslag in de proeftijd. Ook komt de tijdelijke uitzondering voor kleine werkgevers (met minder dan 25 werknemers in dienst) in geval van een slechte financiële situatie te vervallen.
Berekening transitievergoeding 2020
Bij de nieuwe transitievergoeding ontvangt een werknemer bij ontslag een derde maandsalaris voor ieder kalenderjaar dat het contract heeft geduurd en een evenredig deel daarvan voor een periode dat het korter of langer dan een kalenderjaar heeft geduurd. We laten het verschil zien aan de hand van een voorbeeld.
Werknemer 14 jaar in dienst in 1919
Bruto maandsalaris is € 3.240. Voor de eerste 10 dienstjaren geldt een derde maandsalaris per dienstjaar: 10 x 1/3 x € 3.240 = € 10.800. Voor de 4 dienstjaren daarna een half maandsalaris per gewerkt jaar: 4 x 1/2 x € 3.240 = € 6.480. De transitievergoeding bedraagt nu: € 10.800 + € 6.480 = € 17.280.
Werknemer 14 jaar in dienst in 2020
Bruto maandsalaris is € 3.240. Een derde maandsalaris per dienstjaar is 14 x 1/3 x € 3.240 = € 15.120. De transitievergoeding bedraagt in 2020: € 15.120.
Op basis van dezelfde gegevens krijgt een werknemer in 2020 dus € 17.280 – € 15.120 = € 2.160 minder salaris.
Ketenregeling 2020
Er is ook een nieuwe ketenregeling: maximaal 3 tijdelijke contracten in 3 jaar in plaats van de huidige regeling van 3 contracten of meerdere contracten in 2 jaar tijd. Sinds 2020 jaar wordt dus pas in het derde jaar een vierde opvolgend contract een vast dienstverband.
De wet is complex en verandert vaak. Vraag een advocaat voor juridisch advies.