Mogelijkheden bij afloop tijdelijk contract
Heb je een werknemer in dienst met een tijdelijk arbeidscontract dat binnenkort afloopt, dan heb je 3 mogelijkheden:
-
je biedt een verlenging van de arbeidsovereenkomst aan
-
je biedt een vast contract aan
-
je laat het contract aflopen en dan eindigt het dienstverband: je moet dan wel het arbeidscontract aanzeggen
Bied je je werknemer een verlenging aan, dan blijft hij onder dezelfde arbeidsvoorwaarden zijn werkzaamheden uitvoeren. Wees je er wel van bewust dat je een tijdelijk contract niet elke keer zomaar kunt verlengen. Je moet rekening houden met de wettelijke regeling die je mogelijkheden beperken: de ketenregeling.
Wat is de ketenregeling?
De zogenaamde ketenregeling is een wettelijke bepaling die werknemers beschermt tegen het eindeloos verlengen van een tijdelijk contract en de onzekerheid van de werknemer over zijn arbeidspositie die daarmee gepaard gaat. Daarom stelt de wet een maximum aan het aantal tijdelijke contracten dat je je werknemer kunt aanbieden.
WAB: overgang van tijdelijk naar vast contract
In een aantal situaties gaat op basis van de WAB (Wet Arbeidsmarkt in balans) een tijdelijk contract automatisch over in een vast dienstverband. Met automatisch wordt bedoeld dat je er niets voor hoeft te doen, maar ook dat je er niets tegen kunt doen. Anders gezegd: ook wil je het niet, het gebeurt toch. Het gaat om de volgende situaties:
-
je biedt je werknemer een tijdelijk contract aan nadat hij al 3 opvolgende tijdelijke contracten heeft gehad: de vierde arbeidsovereenkomst wordt automatisch een vast contract
-
je biedt je werknemer een tijdelijk contract aan na een periode van 3 jaar waarin hij al werkte op basis van 1 of 2 opvolgende tijdelijke contracten
Let op: ook tijdens de looptijd van een bestaand arbeidscontract kan de periode van 3 jaar bereikt zijn. In dat geval verandert het arbeidscontract op dat moment in een vast dienstverband.
Berekening periode van 3 jaar
Je berekent de periode van tijdelijke contracten door de periodes van de opvolgende tijdelijke contracten bij elkaar op te tellen. Als de periodes tussen de tijdelijke contracten 6 maanden of korter duren, tellen deze mee. Is de periode tussen 2 tijdelijke contracten langer dan 6 maanden, dan worden deze niet meer als opvolgend gezien. Deze periode van 6 maanden heet een tussenpoos en begint te lopen op de dag nadat het vorige contract afliep.
Ketenregeling en cao
Hoewel je niet onder de bepalingen van de ketenregeling uit kunt komen, zijn er 3 situaties waarvoor de regeling niet geldt. Zo gelden de regels niet voor:
-
een beroepsbegeleidende leerweg (BBL), het maakt hierbij niet uit wanneer het contract is begonnen of geëindigd
-
een arbeidscontract van een werknemer jonger dan 18 jaar (indien hij gemiddeld niet meer dan wekelijks 12 uur werkt)
-
een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt
Eenmalige verlenging tijdelijk contract
Wanneer je werknemer 1 tijdelijk contract heeft (gehad) dat 3 jaar of langer duurt, dan mag je daarna eenmalig het contract verlengen met 3 maanden, zonder dat hier een vast dienstverband ontstaat.
Ketenbepaling en opvolgend werkgeverschap
Let op: je moet er rekening mee houden dat in sommige situaties een tijdelijk contract dat je werknemer had voor hij bij jou in dienst kwam, meetelt voor de ketenregeling. Dit is het geval bij opvolgend werkgeverschap.
Van opvolgend werkgeverschap is bijvoorbeeld sprake als je werknemer eerst bij jou werkte op basis van een uitzendovereenkomst en je hem vervolgens direct in dienst neemt. Het moet dan wel gaan om dezelfde werkzaamheden. In dat geval telt de uitzendovereenkomst dus mee voor de ketenregeling. Twijfel je of er in het geval van je werknemer sprake is van opvolgend werkgeverschap, vraag dan een advocaat om hulp.
De wet is complex en verandert vaak. Vraag een advocaat voor juridisch advies.