Er is juridisch geen verschil tussen schorsing en op non-actiefstelling. De vereisten voor een geldige schorsing of op non-actiefstelling zijn gelijk. Een schorsing is een disciplinaire maatregel, een soort straf. Bijvoorbeeld omdat je vermoedt dat je werknemer zich heeft misdragen. Een op non-actiefstelling is meer een ordemaatregel. Bij op non-actiefstelling hoeft er geen sprake te zijn van verwijtbaar handelen van je werknemer, zoals bij een reorganisatie.
Je kunt een werknemer schorsen of op non-actief stellen als:
- je een geldige reden hebt voor de Op Non-actiefstelling of Schorsing
- je de redenen van de op non-actiefstelling of schorsing schriftelijk meedeelt aan je werknemer
- de op non-actiefstelling of schorsing tijdelijk van aard is
Een van de voorwaarden is dat je een goede reden hebt om je werknemer te schorsen of op non-actief te stellen. Deze maatregelen moeten namelijk in verhouding staan tot het gedrag van die werknemer. Goede redenen zijn:
- een verstoorde arbeidsrelatie, bijvoorbeeld een werknemer en een leidinggevende kunnen niet meer door een deur
- misdragingen van je werknemer
- ernstig vermoeden dat je werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige feiten, zoals diefstal of fraude
- onderzoek doen naar redenen voor ontslag
- conflicten tussen werknemers onderling
- het stoppen van bepaalde werkzaamheden
In deze Mededeling Schorsing of Op Non-actiefstelling staat onder meer:
- je gegevens
- de gegevens van je werknemer
- de reden voor de schorsing
- de datum van het gesprek met je werknemer