Hoewel de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) al in 2016 is ingegaan, gaat de Belastingdienst pas vanaf 1 januari 2025 hierop handhaven. Werk je met ZZP’ers, dan heeft dit grote gevolgen voor jou als opdrachtgever.
Hoewel je met freelancers denkt te werken, kunnen de feitelijke werkomstandigheden met zich meebrengen dat er in de praktijk sprake is van een verkapt dienstverband. Bepaalt de fiscus dat er inderdaad sprake is van een schijnconstructie ofwel loondienst, dan moet je naheffingen van loonbelasting en een boete betalen.
Hoe voorkom je loondienst van een ZZP’er?
Er zijn veel verschillende factoren die de fiscus bij haar beoordeling betrekt om te bepalen of er in relatie tot de ZZP'er sprake is van een schijnconstructie. Door jezelf de volgende 10 vragen te stellen, kun je erachter komen hoe groot in jouw situatie het risico is dat er van loondienst sprake is. Is het risico groot, pas dan zo snel mogelijk de arbeidsomstandigheden aan.
1. Is er een schriftelijke Overeenkomst van Opdracht?
Een schriftelijke Overeenkomst van Opdracht (OvO) is niet meer doorslaggevend bij de vraag of er sprake is van werken als ZPP’er. Is er echter geen schriftelijke OvO dan wijst dat eerder op loondienst. Uit niets blijkt dan namelijk wat de afspraken zijn tussen jou en de ZZP’er en dat is ongebruikelijk bij het inschakelen van een ZZP’er. Zorg dus altijd dat er een schriftelijke OvO gesloten wordt.
2. Wat is de aard en duur van de opdracht?
Betreft de opdracht een inspanningsverplichting of resultaatverplichting? Een inspanningsverplichting wijst eerder op een arbeidscontract dan een resultaatverplichting. Daarnaast geldt dat hoe eenvoudiger de opdracht is en hoe meer instructies worden gegeven, hoe eerder een arbeidsrelatie wordt aangenomen. Tot slot geldt dat hoe langer de duur van de opdracht, hoe meer dat wijst op een arbeidscontract.
3. Bepaal jij de manier van werken en werktijden?
Over het algemeen geldt dat hoe vrijer de ZZP'er is in het bepalen van zijn werkwijze, werktijden en locatie, hoe eerder er sprake is van werken als ZZP’er. Uitzondering hierop is bijvoorbeeld werken op een bouwplaats.
4. Is de ZZP’er embedded in je organisatie?
Is de verhouding met de ZZP’er vergelijkbaar met je personeel, dan wordt eerder een arbeidsrelatie aangenomen. Voorbeelden zijn gebruikmaken van de voorzieningen voor het personeel en personeelsactiviteiten als bedrijfsuitjes, teamoverleggen en beoordelingen.
Dat is ook het geval wanneer het werk van de ZZP’er een wezenlijk onderdeel vormt van je bedrijfsvoering of het een structureel karakter betreft.
5. Moet de ZZP’er zelf de opdracht uitvoeren?
Mag de ZZP’er zich laten vervangen dan wijst dat minder snel op loondienst. Dat geldt ook voor de mate van vrijheid van de ZZP’er om bepaalde werkzaamheden wel of niet te aanvaarden. Tegelijkertijd blijkt echter uit het Deliveroo-arrest dat wanneer een ZZP’er zich wel mag laten vervangen toch sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst.
6. Hoe zijn de afspraken tot stand gekomen?
Heb jij de Overeenkomst van Opdracht opgesteld en was hierbij weinig of geen onderhandelingsruimte voor de ZZP’er, dan wordt ook eerder loondienst aangenomen.
Veel onderhandelingsruimte wijst juist op werken als ZZP’er.
7. Bepaal jij het tarief en uitbetaling?
Over het algemeen bepaalt een ZZP’er zelf zijn tarieven en betaaltermijn voor de factuur. Betaal jij de ZZP’er echter automatisch en regel jij de facturen, dan wijst dat op een gezagsverhouding en dus arbeidsrelatie.
8. Betaal je de ZZP’er meer dan je eigen werknemer?
Is de vergoeding van de ZZP’er vergelijkbaar met het loon van je personeel, dan wijst dat op een arbeidsovereenkomst. Hoe hoger de beloning van de ZZP'er ten opzichte van de beloning van vergelijkbaar personeel, hoe meer dat wijst op werken als ZZP’er.
9. Loopt de ZZP’er bij de opdracht commercieel risico?
Hoe meer risico de ZZP’er loopt bij het uitvoeren van de opdracht, hoe minder snel van loondienst sprake zal zijn. Voorbeelden zijn:
- aansprakelijkheid voor schade bij derden
- geen betaling bij ziekte
- aansprakelijkheid voor letsel bij de ZZP’er
Daarbij geldt ook hoe meer de ZZP’er zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het resultaat, hoe minder snel loondienst wordt aangenomen. Een voorbeeld is wanneer hij in eigen tijd en voor eigen rekening het resultaat moet verbeteren wanneer dit ondermaats is.
10. Gedraagt de ZZP’er zich als ondernemer?
Hoe meer de ZZP’er zich gedraagt als ondernemer, hoe minder sprake zal zijn van loondienst. Voorbeelden zijn:
- zijn inspanningen om nieuwe opdrachten te krijgen
- het aantal opdrachten van andere opdrachtgevers gedurende zijn werk bij jou
- de duur van deze opdrachten
- eigen bedrijfskleding
- jouw invloed op bovenstaande zaken, zoals een concurrentie- en relatiebeding
De wet is complex en verandert vaak. Vraag een advocaat voor juridisch advies.