Vakantiegeld verplicht
Elke werknemer heeft recht op vakantiegeld. Onder werknemer wordt in dit geval verstaan: iedereen die werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Vakantiegeld is verplicht: dat wil zeggen dat je niet met je werknemer mag overeenkomen dat hij er geen recht op heeft.
Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag
Het recht op vakantiegeld is vastgelegd in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (Wml).
Vakantietoeslag
Vakantiegeld wordt ook wel vakantietoeslag genoemd en vaak worden deze woorden door elkaar gebruikt. Dat is niet helemaal terecht. De officiële naam voor vakantiegeld is namelijk vakantiebijslag en dat staat voor het loon dat je werknemer tijdens zijn vakantie krijgt doorbetaald. Vakantietoeslag daarentegen is het bedrag dat je je werknemers maandelijks of jaarlijks uitbetaalt en normaal gesproken vakantiegeld wordt genoemd.
Vakantiegeld over overuren
Je werknemers die fulltime werken, bouwen sinds 1 januari 2018 ook vakantiegeld op over overuren die ze maken. Let op: in een toepasselijk cao kunnen andere afspraken staan.
Hoeveel vakantiegeld?
De hoogte van het vakantiegeld is minimaal 8% van het bruto jaarloon van je werknemer. Hierop zijn een paar uitzonderingen:
-
in een cao, personeelshandboek of arbeidscontract kan een hoger percentage staan
-
ale je werknemer meer verdient dan het drievoudige van het minimumloon en in zijn arbeidscontract staat dat hij geen recht heeft op 8% vakantiegeld over het meerdere
-
aan een directeur-grootaandeelhouder (DGA) hoef je geen vakantiegeld uit te keren
Tip: ben je zelf DGA, dan ben je dus niet verplicht om vakantiegeld te reserveren en uit te betalen maar het mag wel.
Vakantiegeld berekenen
Bij berekening vakantiegeld tellen alle looncomponenten mee die je je medewerker betaalt voordat je de inhoudingen in mindering brengt, dus inclusief:
-
overwerk
-
prestatietoeslagen
-
provisies
-
gevarengeld
-
onregelmatigheidstoeslagen
De volgende posten tellen niet mee:
-
onkostenvergoedingen
-
winstuitkeringen
-
bonussen
-
eindejaarsuitkeringen (dertiende maand)
Let op: van bovenstaande kan bij cao afgeweken worden.
Voorbeeld berekening vakantiegeld
Je werknemer verdient € 2.500 bruto per maand en bouwt 8% vakantiegeld op: dat is € 200 per maand. Zijn bruto vakantiegeld op jaarbasis is dan 12 x € 200 = € 2.400.
Uitbetaling vakantiegeld
Je kunt ervoor kiezen om het vakantiegeld elke maand of 1 keer in het jaar (meestal in mei) uit te keren. In het laatste geval betaal je uiterlijk in juni het vakantiegeld. Je mag het ook op een ander moment uitkeren, maar dan moet je dat staan in een toepasselijke cao, het personeelshandboek of de individuele arbeidsovereenkomst. Hetzelfde geldt als je het maandelijks wilt uitkeren. Je moet het vakantiegeld in ieder geval 1 keer in de 12 maanden uitkeren. Let op: ben je te laat met betalen, dan kan je werknemer een verhoging van maximaal 50% eisen.
Vakantiegeld eerder uitbetalen
Neemt je medewerker eerder dan de jaarlijkse uitbetaling in mei of juni vakantie of wil hij eerder het vakantiegeld ontvangen, dan mag je het op zijn verzoek eerder betalen. Je bent hiertoe echter niet verplicht.
Tip: leg in je personeelshandboek vast wat hiervoor de regels zijn binnen je bedrijf; zo zorg je ervoor dat voor al je werknemers dezelfde regels gelden.
Vakantiegeld bij ontslag
Bij het einde van het dienstverband van je werknemer keer je het openstaande deel van het vakantiegeld direct uit. Het is dus verstandig om bij elke salarisuitbetaling 8% opzij te zetten als je het vakantiegeld niet maandelijks uitkeert.
Tip: keer het resterende vakantiegeld pas uit in de maand na het einde van het dienstverband, zodat je eventuele boetes of andere inhoudingen nog makkelijk kunt verrekenen.
De wet is complex en verandert vaak. Vraag een advocaat voor juridisch advies.