Bezwaar en beroep

Een beslissing van een overheidsinstantie (Belastingdienst, gemeente, UWV, etc.) kan jou op verschillende vlakken persoonlijk treffen. De gemeente heeft bijvoorbeeld de WOZ-waarde van je woning te hoog ingeschat of het UWV heeft je aanvraag voor een WW-uitkering afgewezen. Soms raakt een overheidsbeslissing jou indirect. Je buurman heeft bijvoorbeeld toestemming gekregen om een tuinhuis te bouwen waardoor je uitzicht wordt belemmerd. Raakt een overheidsbesluit jou direct of indirect, dan ben je belanghebbende.

In al deze gevallen kun je als belanghebbende aangeven dat je het niet met de beslissing eens bent. De overheid heeft de plicht om daarmee rekening houden. In eerste instantie geef je je mening door bezwaar te maken tegen het besluit. Dat doe je door een bezwaarschrift te sturen. Door inhoudelijk aan te geven waarom je het niet eens bent met het overheidsbesluit, vergroot je de kans dat een belangenafweging in je voordeel uitvalt. Zorg ervoor dat je je bezwaarschrift binnen 6 weken verstuurt nadat het besluit is genomen.

Als je bezwaarschrift niet tijdig is ontvangen, dan neemt de overheid je bezwaar doorgaans niet meer in behandeling. Soms heb je echter meer tijd nodig om je zaak goed voor te bereiden en een goed bezwaarschrift op te stellen. Is dit het geval, dan stuur je binnen de bezwaartermijn van 6 weken een pro forma bezwaarschrift waarin je inhoudelijk nog niet op de zaak ingaat, maar wel al aangeeft dat je bezwaar maakt. Je krijgt vervolgens van de overheidsinstantie te horen binnen welke termijn je alsnog inhoudelijk dient te reageren.

Als de overheid je bezwaar afwijst, dan kun je daartegen in beroep gaan. Dit doe je in de meeste gevallen bij de rechter. Houd er rekening mee dat je beroepschrift binnen 6 weken na de beslissing op je bezwaar moet zijn ontvangen. Een goed beroepschrift motiveert duidelijk waarom je het niet met de afwijzing van je bezwaar eens bent. Na ontvangst van je beroepschrift, doet de rechter schriftelijk uitspraak.

Net als bij een bezwaarschrift heb je bij een beroepschrift de mogelijkheid om uitstel aan te vragen voor het indienen van je beroepschrift. Dit verzoek wordt een pro forma beroepschrift genoemd. Dien je dit pro forma beroepschrift in voordat de beroepstermijn vervalt, dan krijg je bericht over de datum waarop je alsnog je beroepschrift moet indienen.  

De overheid en de rechter behandelen je bezwaar- of beroepschrift niet meer inhoudelijk als je deze te laat indient. Hier is echter een uitzondering op, de zogenaamde verschoonbare termijnoverschrijding. Je hebt in dat geval een goede reden waarom je te laat was. Houd er wel rekening mee dat hiervan niet snel sprake is. Was je te laat omdat je bijvoorbeeld op vakantie was, dan levert dat geen verschoonbare termijnoverschrijding op.

De overheid moet binnen 6 weken een beslissing nemen op je bezwaar. Deze termijn kan door de overheidsinstantie met 6 weken worden verlengd.

Als de beslistermijn voor de overheid is verstreken, dan laat je de overheidsinstantie weten dat ze een beslissing hadden moeten nemen. De instantie heeft dan 2 weken de tijd om dat alsnog te doen. Is dan nog geen beslissing genomen, dan heb je recht op een dwangsom (financiële vergoeding).