Mijn documenten Beheer lidmaatschap
Uitloggen
Hulp Tarieven
Registreren Inloggen
Hulp Tarieven

Bedrijf starten vanuit een uitkering

Start je eigen bedrijf vanuit een uitkering

Een eigen bedrijf starten als je een uitkering krijgt of als arbeidsongeschikt bent, is zeker mogelijk maar brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Zo heb je in veel gevallen toestemming van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) nodig. Wij leggen uit waar je op moet letten als je een bedrijf start vanuit een uitkering.

Stel je eigen ondernemingsplan op!
Begin
Beantwoord een paar vragen. Wij zorgen voor de rest.

Je kunt vanuit een werkloosheidsuitkering een eigen bedrijf starten. Je kunt op de volgende 3 manieren starten:

  • je maakt gebruik van de startperiode: je ontvangt dan 26 weken 29% minder WW-uitkering. Je hebt hiervoor toestemming nodig van het UWV.
  • je start zonder startperiode, maar met behoud van je WW-uitkering: je laat je uitkering stopzetten voor het aantal uren dat je als ZZP’er gaat werken. Je geeft aan het UWV door hoeveel uren je aan je bedrijf besteedt. Dit zijn niet alleen de uren die je werkt of declarabel bent maar ook de indirecte uren (zoals uren die je besteedt aan administratie of acquisitie). Je uitkering gaat vervolgens definitief omlaag.
  • je start zonder behoud van je WW-uitkering: je ontvangt geen uitkering meer. Je gaat volledig verder als ZZP’er en ontvangt geen WW-uitkering meer. Je geeft dit direct door aan het UWV.

Vraag het UWV om een onderzoeksperiode voor de start van je bedrijf. Je krijgt dan de tijd om je idee voor een bedrijf te onderzoeken. Je gaat vervolgens een ondernemingslan opstellen waarbij je de haalbaarheid en financieringsmogelijkheden in kaart brengt. Een onderzoeksperiode duurt maximaal 6 weken. Tijdens deze periode hoef je niet te solliciteren maar je behoudt wel het recht op uitkering. Besluit je na de onderzoeksperiode dat een eigen bedrijf toch niet iets voor je is? Dan verandert er niets. Je ontvangt je uitkering en hebt dezelfde rechten en plichten als voor de onderzoeksperiode. Besluit je na de onderzoeksperiode dat je wilt starten met een eigen bedrijf? Dan kun je in aanmerking komen voor een startperiode.

Als je bij de start van je WW-uitkering een eigen bedrijf gaat beginnen, dan kun je in aanmerking komen voor de startperiode. Je ontvangt dan 26 weken lang 29% minder WW-uitkering, maar je hebt geen sollicitatieplicht. Dit houdt in dat je tijdens deze periode alle uren aan je eigen bedrijf mag besteden. Je mag alles doen wat nodig is voor je bedrijf: opdrachten binnenhalen en uitvoeren, een bedrijfspand inrichten of een winkel openen. Vraag voor de startperiode altijd toestemming van het UWV. Je kunt de startperiode alleen gebruiken als je nog geen bedrijf hebt. Heb je korter dan 26 weken recht op WW, dan is je startperiode ook korter. Tijdens de startperiode maakt het niet uit hoeveel je als ZZP’er verdient of hoeveel uur je aan je bedrijf besteedt. Je mag alleen geen opdrachten doen voor de werkgever die je heeft ontslagen. Dit is om te voorkomen dat je ex-werkgever je ontslaat als werknemer en je vervolgens tegen slechtere voorwaarden inhuurt als ZZP’er. Na de startperiode mag je wel voor je ex-werkgever werken. Daarnaast ben je tijdens deze periode verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Als je na de startperiode besluit om door te gaan met je eigen bedrijf, dan vervalt dit recht.

Werkte je voordat je een uitkering kreeg bij de overheid of in het onderwijs? Dan gelden er andere regels. Zo ben je verplicht eerst de online training Zelfstandig ondernemen met een WW-uitkering te volgen. Pas daarna kun je toestemming vragen voor de startperiode. Daarnaast heb je een positief advies van je ex-werkgever nodig met betrekking tot het starten van een eigen bedrijf gebaseerd op je ondernemingsplan.

Kies je ervoor om te starten zonder startperiode maar met behoud van je WW-uitkering, dan wordt je WW-uitkering opnieuw berekend. Je WW-uitkering wordt niet verminderd met 29% maar met een zogenaamd fictief inkomen. Dit inkomen is gebaseerd op het dagloon dat je had in loondienst, omgerekend naar een uurloon. Het aantal uren dat je werkt als ZZP’er wordt vermenigvuldigd met je fictieve uurloon en vervolgens van je uitkering afgetrokken. Je bent verplicht om het aantal gewerkte uren door te geven aan het UWV. Je kiest er vrijwillig voor om een gedeelte van je uitkering in te leveren. Hiervoor heb je geen toestemming van het UWV nodig, maar je dient het wel te melden. Je moet echter wel blijven solliciteren voor de uren waarvoor je nog een WW-uitkering ontvangt.

Je begint je bedrijf zonder een WW-uitkering. De uitkering stopt. Je hebt dan geen sollicitatieplicht meer. Daarnaast hoef je ook niet door te geven hoeveel uren je aan je bedrijf besteedt. Je behoudt wel je recht op WW. Dus stel dat het niet lukt met je bedrijf, dan kun je opnieuw WW aanvragen. Dit wordt ook wel herleving van je oude WW-recht genoemd.

Als je besluit om na de startperiode door te gaan met je bedrijf, dan moet je alle uren die je aan je bedrijf besteedt doorgeven aan het UWV. Tijdens de startperiode hoef je geen uren aan het UWV door te geven. Het gaat hierbij niet alleen om de uren waarin je geld verdient, maar ook de uren voor bijvoorbeeld administratie of het vinden van klanten. Deze uren trekt het UWV af van je WW-uitkering. De manier waarop dit gebeurt, hangt af van het moment waarop je WW-uitkering is ingegaan:

  • je WW-uitkering is gestart op of na 1 juli 2015: inkomstenverrekening
  • je WW-uitkering is gestart voor 1 juli 2015: urenkorting

Is de startperiode van 26 weken voorbij? Dan moet je de uren die je als zelfstandige werkte aan het UWV doorgeven. Je geeft je uren door met het formulier Inkomstenopgave. Op basis van de gewerkte uren berekent het UWV een fictief inkomen per maand. Dit is niet het inkomen dat je die maand hebt verdiend, maar een berekening van het dagloon dat je in loondienst verdiende, omgerekend naar een uurloon. De uitkomst wordt vermenigvuldigd met het aantal uren dat je als zelfstandige per maand werkt. Dit fictieve inkomen wordt van de WW-uitkering afgetrokken. Je krijgt niet meer WW als je tijdelijk minder voor je bedrijf werkt. Wat als je je uren niet of niet op tijd doorgeeft? Dan kun je gekort worden op je uitkering of je krijgt een boete.

Je hebt geen toestemming van het UWV nodig voor het starten van je bedrijf. Je geeft vanaf het begin aan het UWV door hoeveel uren je aan je bedrijf besteedt. Deze uren worden in mindering gebracht op je WW-uitkering. Het UWV kijkt over een periode van 4 weken naar het gemiddeld aantal uren dat je aan je eigen bedrijf besteedt. Het gemiddelde aantal uren wordt definitief van je uitkering afgehaald. Werk je in een bepaalde periode minder uren, dan gaat je uitkering niet omhoog. Let op: op 1 oktober 2018 zijn de regels voor betaling en berekening van je WW-uitkering veranderd. Zo ontvang je de uitkering per maand in plaats van per 4 weken nadat je je inkomstenopgave hebt opgestuurd. Daarnaast geef je sinds 1 november het aantal uren door dat je als ZZP’er hebt gewerkt. Je geeft niet meer het aantal uren per dag, maar het totaal aantal uren per maand door.

Als je een eigen bedrijf wilt starten vanuit een bijstandsuitkering, dan kun je bijstand voor zelfstandigen aanvragen bij je gemeente op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Je krijgt dan een jaar de tijd om je voor te bereiden op de start van je bedrijf, terwijl je in die periode je uitkering behoudt. Zodra je je bedrijf start, wordt de bijstandsuitkering stopgezet. Met de Bbz begeleidt de gemeente personen met een bijstandsuitkering naar zelfstandig ondernemerschap. Dit kan op de volgende manieren:

  • periodieke uitkering: dit is een aanvullende uitkering voor je levensonderhoud voor maximaal 3 jaar. De periodieke uitkering vult je inkomen aan tot bijstandsniveau en is een lening waarover je geen rente betaalt.
  • start/bedrijfskapitaal: dit is een rentedragende lening voor de aankoop van machines, inventaris of voorraad
  • voorbereidingsperiode: een renteloze lening voor noodzakelijke investeringen in de voorbereidingsfase, zoals het doen van een marktonderzoek
  • begeleidingskosten: in het eerste jaar na de start van je bedrijf kun je je laten begeleiden door een deskundige. De gemeente betaalt deze begeleidingskosten in het eerste jaar na de start.

Ook vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering kun je een eigen bedrijf starten. Verdien je geld met je bedrijf? Dan moet je deze inkomsten opgeven bij het UWV. Het UWV verrekent dan je inkomsten met je uitkering. Je hoeft je uren niet bij te houden voor het UWV. Wel moet je je uren en inkomsten doorgeven aan de Belastingdienst. Ook kun je als je (deels) arbeidsongeschikt bent aanspraak maken op de startersaftrek. Er geldt dan een verlaagd urencriterium van 800 uur. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid kun je maximaal 3 jaar toepassen. Voor het eerste, tweede en derde jaar is de aftrek € 12.000, € 8.000 en € 4.000. Heb je hulp of een hulpmiddel nodig bij de start van je bedrijf, bijvoorbeeld een doventolk of een aangepaste auto? Dan kun je hiervoor een vergoeding of een regeling aanvragen bij het UWV. 6 maanden nadat je je bedrijf ben gestart kijkt het UWV hoe het gaat. Kun je met je bedrijf voor je eigen inkomen zorgen, dan krijg je minder of helemaal geen uitkering meer. Is je eigen bedrijf toch niet rendabel? Dan stop je met je bedrijf en krijg je je oude uitkering weer.

Stel je eigen ondernemingsplan op!
Begin
Beantwoord een paar vragen. Wij zorgen voor de rest.